Cissy over Frèncis

Vriendinnen, hartsvriendin, soulmate, we hebben ze allemaal. Denken we. Wanneer weet je dat? Pas wanneer je minder leuke dingen meemaakt in je leven, leer je je vrienden kennen. Een wijsheid van onze ouders, die je zelf vroeg of laat persoonlijk ondervindt. Een vriendin is iemand waar je lief en leed mee deelt, voor wie je je niet voor schaamt, die je blindelings vertrouwt en bij wie je gewoon jezelf kunt zijn. Maar heb je die? En is dit wederzijds? Een vraag die we ons allemaal weleens stellen.

Voor mij is het een grote eer om dit bijzondere onderwerp op papier te mogen zetten en te delen in dit boek, dat overigens een fantastisch idee is van Frèncis. Frèncis is niet zomaar een vriendin, ze is mijn soulmate. Dit kan ik na zo’n vijftien jaar met zekerheid zeggen. We voelen elkaar blindelings aan en hebben weinig woorden nodig. Niet dat we ooit uitgepraat raken, we komen altijd tijd te kort. Wat haar bijzonder maakt, is dat ze altijd voor iedereen klaarstaat en haar medemens wil helpen. Iedereen is welkom en mag aanschuiven, net een zoete inval. Dit is een hele mooie eigenschap, maar het is ook haar valkuil.

We hebben dezelfde flauwe humor

 

Na weer het zoveelste gesprek hierover, neemt ze zich voor om dit niet meer te doen. Ze gaat nu echt veranderen, gaat vaker ‘nee’ zeggen. Maar dit is voor korte duur, ze is nu eenmaal zo. Dit is Frèncis.

 

Onze eerste ontmoeting zal ik nooit vergeten. Het was in Helmond, bij de ouders van een vroegere collega. Ik was herstellend van een longoperatie en had gehoord dat Frèncis wellicht iets voor mij kon betekenen. Toen ik op de massagetafel lag, met mijn hoofd door dat gat, mijn lange haren aan de zijkant eroverheen, keek de rode poedel des huizes mij van onder de tafel bedenkelijk aan. Wat een aanblik moet dat zijn geweest! Ik heb innerlijk zo gelachen. Inmiddels heeft ze haar eigen praktijk en die is drukbezocht.

 

De cliënten blijven terugkomen, omdat zij zo vakkundig en speciaal is. Ze is niet zomaar een therapeut. Je voelt de warmte en liefde waarmee zij haar werk doet. Ze geeft haar cliënten een gevoel van geborgenheid. We hebben samen al heel wat meegemaakt: hele leuke dingen, maar ook minder leuke dingen. Net zoals in een huwelijk, maakt dit de vriendschap alleen maar sterker. Ook de afstand tussen onze woonplaatsen maakt onze vriendschap niet minder.

Tijdens ons samenzijn rollen er meestal wel tranen over onze wangen. De ene keer van plezier, de andere keer van verdriet. We hebben dezelfde flauwe humor, waardoor we helemaal in een deuk liggen. Dit hebben we allebei geërfd van onze vaders. Met Jan, de vader van Frèncis, heb ik een heel bijzondere band, hij is een lieve man. Hij kent mijn vader van vroeger, dit is zeker geen toeval. Het is altijd fijn om hem te zien en even bij te kletsen. Ook dit voelt vertrouwd.

Samen hebben we lol als ik weer eens vertel over een typisch Duits gebruik, bijvoorbeeld ‘Kaffee mit Kuchen’. Iets wat in Duitsland bijna dagelijks in de middag plaatsvindt, rond 16.00 uur. Natuurlijk met zelfgebakken taart, de ene nog mooier dan de andere. Niks voor mij dus, daar heb ik helemaal niets mee. Ik kan ook niet bakken en heb er ook geen tijd voor. Daarom ben ik altijd blij als Frèncis op een van de verjaardagen van Elisa of Celina haar overheerlijke eigengemaakte appelkruimeltaart meebrengt. Dan komt gelukkig niet alles wat bij ons aan gebak op tafel staat uit een verpakking. In het begin moest ik echt eraan wennen dat ze hier niet één stuk taart eten, maar dat het eten van twee, drie stukken heel normaal is.

 

Een van de leukste dingen is om samen met Frèncis en onze kinderen
naar de stad te gaan. Dit doen wij al heel lang. Kinderwagens, bepakt met luiertassen, flesjes, melkpoeder, schone kleertjes, en pamperdoekjes niet te vergeten. Wat een gesjouw… En wat is die tijd snel voorbijgegaan. Inmiddels hebben we andere ‘problemen’, zoals wat we gaan eten. Italiaans, Grieks, Spaans of toch maar gewoon een frietje? In onze kledingstijl zijn we verschillend: Frèncis draagt meer uitgesproken kleding, ik houd het bij zwart. Tijdens onze vele stedentrips bezoeken we graag de ‘Kaufhäuser’, maar ook de exclusievere winkeltjes. Zo ook die ene keer. Frèncis had voor de bruiloft van haar zus iets bijzonders nodig. De jurk was al snel uitgezocht, maar er ontbrak nog wat.

De verkoopster vroeg wat ze vond van een bontje en deed het voor over haar schouders. Zo gezegd, zo gedaan. De verkoopster legde een bontje met lange haren over Frèncis’ schouders die plotseling luid begon te blaffen. Ze schrok van zichzelf, en zo ook de kinderen en ik. Totaal ongepast in die chique winkel. Wat hebben we hierover gelachen!

Op een dag dacht Frèncis dat ze misschien wel eens een bril nodig zou kunnen hebben. Ze zag niet alles zo goed meer. Wij bij de opticien naar binnen. Al snel werd dit bevestigd. Frèncis zocht in alle rust een montuur uit, terwijl onze kinderen door de winkel renden, de helft van de monturen op hun neuzen hadden gehad, dorst hadden en naar de wc moesten. Ik heb stilletjes van dit moment genoten. Dit zijn wij, het kan allemaal, heerlijk. Een van mijn wensen is dan ook om dit nog heel lang met Frèncis, onze kinderen en toekomstige kleinkinderen te kunnen doen. Ze kan heerlijk koken en mijn kinderen vinden alles lekker bij haar, echt een genot. Je proeft de liefde in de bouillon en de zelfgemaakt frietjes. Ze geeft meestal een bakje met eten mee voor mijn man. Ook hij smult ervan. Zij kookt met passie, mooi om te zien. Ik ben eerder de proever. Mijn kinderen en ik houden ontzettend veel van haar, we zijn heel gelukkig dat we elkaar hebben. Als ik ‘s nachts weer eens wakker lig, links en rechts lichte snurkende geluidjes hoor, dan voel ik me thuis! Veilig, met mijn kroost om me heen. Een tafereel dat Frèncis begrijpt.

Rudolph’s Christmas

Gemberkoekhuisje
Nagerecht: snoeperij voor groot gezelschap
bereiden 1,5 uur + 1,5 dag wachten

Ingrediënten voor het deeg

  • 800 g honing
  • 650 g suiker
  • 125 ml water
  • 3 eieren
  • 30 g bakpoeder
  • 50 g speculaaskruiden
  • 1 tl kaneelpoeder
  • 20 g maïzena
  • 250 ml melk
  • 2 kg bloem

Karamel

  • 300 g suiker
  • Eiwitglazuur
  • 5 eiwitten
  • 1 kg poedersuiker

 

Versieren

  • 100 g chocoladehulstblaadjes
  • 200 g gekonfijt fruit
  • 1 pak kleine bitterkoekjes
  • 200 g amandelen
  • 100 g walnoten

 

Extra nodig

  • thermometer
  • handmixer
  • plasticfolie
  • karton voor het sjabloon van het
  • koekhuisje
  • bakpapier

Bereiding

 

Deeg

Verwarm de honing met 600 gram suiker en het water tot de suiker is opgelost en laat afkoelen tot circa 35 °C. Klop de eieren met de resterende suiker met een handmixer schuimig. Roer de bakpoeder, speculaaskruiden, kaneelpoeder en maïzena los met de melk en meng voorzichtig door het honing-eimengsel. Meng de bloem erdoorheen en kneed tot een soepel deeg. Verpak het deeg in plasticfolie en laat een dag opstijven in de koelkast.

 

Verwarm de oven voor op 190 °C.

 

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven aanrecht en maak er grote plakken van die op een bakplaat passen. Leg de deegplakken op een met bakpapier beklede bakplaat en prik het deeg in met een vork om krimpen en ongelijkmatig bakken te voorkomen. Bak het deeg in de oven in 12-15 minuten gaar. Knip van karton mallen voor de muren, een bodem en het dak van het huisje. Snijd terwijl het deeg nog een beetje warm is de mallen uit. Laat vervolgens helemaal afkoelen. Van het deeg dat overblijft kun je eventueel leuke versieringen maken.

 

Karamel
Smelt de suiker beetje bij beetje tot het gaat karamelliseren en schenk
op bakpapier. Doop de koude uitgesneden koeken in de karamel en plak het huisje aan elkaar.

 

Eiwitglazuur

Meng de eiwitten met de poedersuiker. Vouw een cornetje van bakpapier en vul het cornetje met eiwitglazuur.

 

Versieren

Plak alle ingrediënten om te versieren met behulp van het eiwitglazuur naar eigen inzicht op het huisje en bestuif met poedersuiker.