De worstenbroodjes van ‘ons’ pap betekenen enorm veel voor mij: ze doen me denken aan de tijd dat ik zelf klein was, en we de kerstboom gingen zetten. Dan denk ik aan de worstenbroodjes op kerstavond. Overdag samen met pap naar de slager en naar de plaatselijke supermarkt waar je toen nog verse gist kon kopen. Zoals mijn vader altijd heel mooi zegt: ‘Dan gon we d’n bloem onder mekare doen’, waarmee hij het mengen en kneden van het deeg voor de worstenbroodjes bedoelt. Elk jaar moet je dan een stukje verse gist proberen en je kunt zijn advies al invullen: ‘Dat is heel goed voor je huid als je puistjes hebt.’ Ik ben graag samen met ‘ons’ pap en mam. Het is voor mij telkens thuiskomen als je dochter en kind mag zijn van je ouders, ook al ben je 45 jaar. Dat wil ik onze kinderen ook meegeven, dat je samen iets moois van het leven kunt maken. Dat je altijd terug kunt vallen op je ouders en je familie. Het mooie is dat je niet veel meer nodig hebt dan de ingrediënten en de geur van een worstenbroodje om je dat te herinneren.

 

Op de dag van kerstavond is het bij ons thuis traditie om worstenbroodjes te bakken. Als de avondmis afgelopen is, krijgen we thuis worstenbroodjes zo uit de oven met warme, zelfgemaakte chocomel. De geur van een echte kerstboom met kaarsverlichting vult de kamer en onder de kerstboom leeft de kerstgroep van tante Anna en ome Ties in een stalletje, getimmerd door mijn vader.

Het stilstaan bij wat kerst betekent: het samenzijn met je gezin, het in goede gezondheid zijn en een fijne plek hebben die je thuis kan noemen. Dat zijn de dingen die ik koester en die ik terug proef in ieder eigengemaakt worstenbroodje.

 

Die gevoelens, de gezelligheid, samen die traditie voortzetten, wil ik met jullie delen. In oktober begint de voorpret: de verjaardagen van de kinderen naderen en opa wordt gebeld. De dag wordt geprikt: woensdagmiddag. Dan komen de kinderen met vriendjes en vriendinnetjes helpen om te proeven en te delen. De taken worden verdeeld: mijn vader zorgt voor het vlees van de slager en ik zorg voor de rest. Een grote zak bloem, roomboter, verse gist, suiker, zout uit de zoutpot van een oudtante, en niet te vergeten melk, eieren en kruiden. De tafel wordt uitgetrokken, de schorten omgebonden, het tafelzeil op tafel gelegd. De taken zijn goed verdeeld: opa maakt altijd het deeg en ik verzorg alle voorbereidingen, waaronder ook het kruiden van het gehakt met verse peper uit de pepermolen, verse nootmuskaat met een speciale rasp en zout. Samen met mijn moeder en de kinderen rollen we worstjes van het gehakt, bestrooien ze met bloem en leggen ze alvast klaar om er daarna het deeg mee te vullen.

 

Voor het deeg wordt het steelpannetje met melk op het vuur gezet en de bloem als een kunstwerk op tafel gestrooid. Het zout verstoppen we in een kuiltje, met de verse gist aan de andere kant, want die twee zijn geen vrienden in het begin van het deegproces. Dan voegen we suiker en roomboter toe, gieten de handwarme melk in het kuiltje en het kneden kan beginnen. Liefdevol en aandachtig draaien we na vijf á tien minuten een schone theedoek om het deeg en dit mag dan 45 minuten opwarmen en rijzen bij het Aga-fornuis.

 

Voor een nieuwe bol deeg worden de ingrediënten op tafel klaargezet en afgewogen en op diezelfde manier onder elkaar gedaan: we gaan voor lekker veel worstenbroodjes. Als deze deegbol gaat rusten, verdelen we de eerste bol in kleine bolletjes. Een gedeelte van de tafel bestrooien we met bloem en met de deegroller rollen we de bolletjes uit. Het gehaktworstje leggen we in het midden van het deeg. De randen vouwen we dicht, na het bestrijken met een losgeklopt eitje. Dan kunnen de worstenbroodjes op de ingevette bakplaat. Tip uit ervaring: als je de vouw aan de onderkant legt, barst deze niet zo makkelijk open tijdens het bakken.

 

Bestrijk de worstenbroodjes nu ze allemaal op de bakplaat liggen met ei en laat ze 45 minuten rijzen onder een keukenhanddoek of, in mijn geval, in het Aga-fornuis. Dan in de voorverwarmde (braad)oven op 200 graden in 25-30 minuten afbakken. Als de worstenbroodjes uit de oven komen, deze met een boterpapiertje invetten.

 

Als het met de voorbereidingen van alle worstenbroodjes gedaan is en alles weer opgeruimd, is het tijd voor een lekkere kop koffie met of zonder melkschuim. De geur van de worstenbroodjes tijdens het bakken -de herinneringen en herkenning van de geurmaakt de verhalen in ons los. Het samenzijn en het delen van datzelfde gevoel, ieder op zijn eigen manier, zorgt ervoor dat we belangrijke en gezamenlijke herinneringen kunnen koesteren. Het is verrassend hoe onze harde schijf vol herinneringen en verhalen zit, en zo fijn dat ze deelbaar zijn.

 

Een ding staat voor mij vast: deze traditie geef ik door aan de kinderen en hopelijk ook aan de klein- en achterkleinkinderen. En ik hoop dat ze allemaal die ‘Fransen-traditie’ op diezelfde en toch ook eigen manier kunnen beleven, delen en herinneren.

Ingrediënten

  • 1 kilo bloem (bij voorkeur van de molenaar)
  • 300 gram roomboter
  • 50 gram verse gist
  • 500 cc melk
  • 40 gram witte basterdsuiker
  • 24 gram zout
  • 2 kilo gehakt (vers van de slager, wij gebruiken half varken/half rund)
  • peper uit de pepermolen
  • verse nootmuskaat
  • zout
  • 2 eieren

Benodigdheden

  • Mengkom
  • Schraper
  • Bakplaten
  • Oven
  • Kwastje
  • Steelpan
  • Maatbeker
  • Weegschaal
  • Rooster
  • Keukendoeken